Doordat de zee blijft knagen aan het eiland, is het er slecht aan toe. Ook de vuurbaak verkeert wederom in slechte staat.De Staten van Holland en West-Friesland besluiten om de heren Meerens en Buijs
af te vaardigen naar het eiland Urk voor een onderzoek. De Staten van Overijssel en de Staten van Friesland worden gevraagd of ze bereid zijn bij te dragen in de kosten
van herstel en beveiliging van het eiland en de vuurbaak. In het onderzoeksrapport van beide heren wordt melding gemaakt van een ‘zeer jammerlijken ende ellendigen staat’ van het eiland. Het oordeel is dat het eiland door de zee ‘vernield dreigt te worden’, hetgeen ‘gans ondienstig zoude zijn’.